“Ik neem niet gewoon verhalen op. Ik verzamel ze en volg de menselijke geest, daar waar leed een klein mens groot maakt. Waar iemand die groei doormaakt en niet meer het verstomde en spoorloos verdwenen proletariaat van de geschiedenis is. Waar zijn ziel loskomt. Waar ligt mijn conflict met de autoriteiten? Dat ik begrepen heb dat een groot ideaal een kleine mens nodig heeft en geen grote. Voor dat ideaal is een groot mens overbodig en storend. Hij is lastig te bewerken. Ik ga naar hem op zoek, naar zo’n kleine grote mens. Iemand die, hoewel vernederd, vertrapt en beschimpt, ondanks Stalinkampen en verraad, toch de overwinning heeft behaald. Die een wonder heeft verricht.”
(Nobelprijswinnares Svetlana Alexijevitsj: De oorlog heeft geen vrouwengezicht, p. 21 )
